waarom? daarom!

Er was eens een vrome kloostergemeenschap in de bergen. Elke dag werd de eucharistie gevierd. De kloosterkat, voor de rest een braaf beest, slaagde er iedere dag in om het heiligste onderdeel van de eucharistie, de consecratie, te verstoren. De kat begon dan luidkeels te miauwen, bijna te krijsen. Daarom vroeg de abt aan een lid van de gemeenschap om de kat vast te binden voor de mis begon, zodat alles ongehinderd voortgang kon vinden.

Dat ging zo vele jaren door.

Na het overlijden van de abt bleven ze de kat vlak voor de mis vastbinden.
Vervolgens stierf de kat.
De nieuwe abt gaf direct opdracht een andere kat te kopen om bij aanvang van de mis vast te binden. Iedereen was blij omdat het altijd zo was gegaan.

Maar op een dag vroeg een nieuwkomer waarom ze het arme dier zo kwelden. De vraag leidde tot veel commotie en de man die de vraag gesteld had, werd op staande voet uit de gemeenschap gestoten. Om te voorkomen dat zoiets zich ooit nog eens zou herhalen, schreven een paar geleerden van de orde een theologische verhandeling over de noodzaak om voor elke mis een kat vast te binden.

 

uit: De ziener – Lars Muhl

 

La Loba

Er is een oude vrouw die op een verborgen plek woont die iedereen kent maar slechts weinigen hebben gezien. Net als in de verhalen uit Oost-Europa schijnt ze te wachten op verdwaalde of rondzwervende mensen en op zoekers die naar haar toe komen.

Ze is op haar hoede, vaak harig, altijd dik, en houdt zich het liefst afzijdig van de meeste mensen. Ze kraait en ze kakelt, en maakt doorgaans meer dierlijke dan menselijke geluiden.

Men zegt dat ze tussen de verweerde granieten hellingen in het indiaanse gebied van Tarahumara woont. Of dat ze begraven ligt bij een bron aan de rand van Phoenix. Misschien rijdt ze in een versleten auto waarvan de achterruit is weggeschoten, op weg naar het zuiden van Monte Alban in Mexico. Of staat ze langs de snelweg in de buurt van El Paso, of rijdt ze mee met vrachtwagenchauffeurs naar Morelia in Mexico, of loopt ze boven Oaxaca naar de markt met vreemd gevormde takken brandhout op haar rug.  Ze noemt zich afwisselend: La Huesera, Beendervrouw; La Trapera, de Sprokkelaarster en La Loba, Wolfsvrouw.

Het enige dat La Loba doet is het verzamelen van beenderen. Het is bekend dat ze vooral datgene verzamelt en bewaart wat voor de wereld verloren dreigt te gaan. Haar grot is gevuld met de beenderen van allerlei woestijndieren: herten, ratelslangen, kraaien. Maar haar specialiteit is, zegt men, wolven.

Ze sluipt en kruipt speurend door de bergen en droge rivierbeddingen, op zoek naar wolvenbeenderen, en wanneer ze een heel geraamte gereconstrueerd heeft, wanneer het laatste botje op zijn plaats zit en het prachtige witte beeldhouwwerk voor haar ligt, gaat ze bij het vuur zitten en denkt na over welke lied ze zal zingen.
En wanneer ze het zeker weet, gaat ze boven het criatura staan, strekt ze haar armen erbovenuit en begint te zingen. En op dat moment komt er weer vlees op de ribben en dijbenen van de wolf en groeit er weer haar op het schepsel. La Loba zingt nog wat meer, en meer van het schepsel ontstaat; zijn staart krult omhoog, ruig en sterk.
En La Loba zingt nog meer en het wolvenschepsel begint te ademen.
En La Loba zingt nog steeds zo krachtig dat de grond ervan trilt, en terwijl ze zingt, opent de wolf zijn ogen, springt hij overeind en rent hij weg door het ravijn. En terwijl de wolf verder rent, verandert deze opeens, door de snelheid waarmee hij loopt of doordat hij plonzend een rivier inspringt, of door middel van een straal licht van de zon of de maan die precies op zijn flank valt, in een lachende vrouw, die vrij naar de horizon rent.

Dus zegt men, dat als je door de woestijn zwerft en de zon haast ondergaat en je misschien een beetje verdwaald en ongetwijfeld moe bent, dat je dan geluk hebt, omdat La Loba zich misschien over je zal ontfermen en je iets zal laten zien – iets van de ziel.

 

Naar: Clarissa Pinkola Estés