Vreugde

Eens besloot Onze-Lieve-Vrouw met het kindje Jezus in haar armen terug te keren op aarde en een klooster te bezoeken. Trots hadden alle paters zich opgesteld in een grote rij, en één voor één traden ze voor de Heilige Maagd om haar eer te betuigen. Eén droeg prachtige gedichten voor, een ander liet zijn miniaturen voor de bijbel zien, een derde somde alle heiligen op. En zo bewezen ze allemaal, monnik na monnik, eer aan Onze-Lieve-Vrouw en het Kindje Jezus.

Helemaal achter in de rij stond een pater, de nederigste van het klooster, die nooit de geleerde boeken uit die tijd had bestudeerd. Zijn ouders waren eenvoudige mensen die in een oud circus in de buurt werkten, en alles wat ze hem hadden geleerd was een beetje jongleren.

Toen hij aan de beurt was, wilde de andere paters de hommage beëindigen, want de ex-jongleur had niets belangrijks te melden en kon het image van het klooster beschadigen. Maar ook hij voelde in zijn hart een immense behoefte om iets van zichzelf aan Jezus en de Heilige Maagd te geven.

Beschaamd, de verwijtende blikken van zijn medebroeders in de rug, haalde hij een paar sinaasappels uit zijn zak en begon ermee te jongleren, want dat was het enige wat hij kon. Toen pas lachte het Kindje Jezus en begon in zijn handjes te klappen op schoot bij Onze-Lieve-Vrouw. En de Maagd stak haar armen naar hem uit en liet hem het kind even vasthouden.

 

uit: De alchemist – Paulo Coëlho